De media ben je zelf
- Details
- Created: Monday, 20 November 2006 23:00
Rogier Schippers & Pieter Verhees - Theatre of War
Een publicatie geschreven voor Media Morgen van de VRT
Gisteren lieten we Rogier Schippers aan het woord. Vandaag is het de beurt aan zijn collega-theatermaker Pieter Verhees. Schippers en Verhees zijn de bedenkers van het internet/theaterproject "Theatre of War", waarmee ze communiceren met mensen uit oorlogsgebieden. Bedoeling is die verhalen te weten te komen, waar de traditionele nieuwsbulletins geen aandacht aan besteden.
Roddel
De media ben je zelf. En dat is altijd al zo geweest. Lees je één krant of leg je er drie naast elkaar? Laat je je bij confronterend nieuws leiden door je emoties of triggert die shock je net om uit te zoeken wat er gaande is? Is er eigenlijk wel een verschil tussen een roddel en een nieuwsbericht? (In Irak is roddel een belangrijk sociaal element).
?
De media ben je zelf! klinkt zo geweldig. "De media", wat is dat eigenlijk? Het suggereert dat het over iets objectiefs, een instituut, gaat. Hebben we het over TV? Telefoon? GSM? Chatten? CNN? Google? Weblogs? De krant?Een ding is zeker: de wereld is nog nooit zo toegankelijk geweest als nu. Internet omvat al die ingredi?nten. Internet is hot. Maar een "cool" medium zegt niets over de inhoud. Informatie is pas bruikbaar als je het kunt afchecken.
Een gesprek (chat) in maart 2006 met Baghdad:
-?Een ramp!
-?De Gouden Moskee in Samara is door een aanslag getroffen.
-?En?
-?Een Sjiitisch bolwerk
-?Hebben de Soennieten het gedaan?
-?Dat zeggen ze. Maar iedereen zegt hier dat ze het zelf hebben gedaan.
-?Wie zijn ze?
-?Nou ze, de Amerikanen. Dat snap je toch wel?
-?De Amerikanen?
-?Ja, ze hebben het grondig voorbereid. De omgeving was vrijgemaakt en ze hebben ettelijke uren gehad om de explosieven te plaatsen
-?Ze willen een burgeroorlog.
-?Amerika?
-?Hetzelfde scenario als destijds in Beiroet.
-?(Stilte)
Er is het feit van de explosie van een moskee. Het dramatisch gehalte is verschrikkelijk, de informatie speculatief. Het is een dialoog tussen een ingewijde en een onwetende. Die onwetende ben ik. Wat hoop ik vurig op het moment dat de media voor mij research gaat plegen om helderheid in deze situatie te brengen. Nu, drie maanden later, weet ik nog steeds niet veel meer.
Ben ik?journalist?
Ik verander de stelling "De media ben je zelf"? in een vraag die de lezer zich makkelijker kan stellen: "Ben ik een journalist?"
Jaren geleden belde ik een correspondent die werkte in Tsjetsjeni?? maar tijdelijk in Moskou verbleef. Ik: "Kent u mensen in Grozny die met ons zouden kunnen chatten over de situatie in Tsjetsjeni??"
"Weet je wel wat je vraagt?", was het antwoord. Het klonk als "Ben jij niet goed bij je hoofd?" "Hoezo?" Eerst verontwaardigd eerst en langzaam wat milder: "Nou, er is daar niets meer! Helemaal niets. Laat staan een internetverbinding." Ik wist niet wat te zeggen.
Ik chat nu wel met Bagdad - gewoon via Skype - met iemand die 10 minuten geleden op het nippertje is ontsnapt aan een autobom (hij wel, zeven anderen net niet). Communicatie is geen probleem meer. Communiceren is wat anders.
Wie ben jij?
1999. Ik telefoneer met Beiroet. Een bediende neemt op. Ik hoor haar stem galmen in een stille ruimte. Haar voetstappen verdwijnen over koel marmer in een gang. Weinig oorlog, het schaduwrijke huis van een welgestelde heer. We spraken over de oorlog en vernietiging. Hij speelde als kind in de puinhopen van een kapotgeschoten stad. Een aardige man met een zachte stem, net zo rustig als zijn huis.
2006. Ik telefoneer met iemand uit Bagdad. "Hoorde je dat?" "Nee, wat?" Er vloog een raket over. Waarschijnlijk hebben ze iets in de Groene Zone geraakt. Ik bel je straks terug." Het contact lukt niet meer die namiddag.
Mijn grootste vraag na al deze contacten blijft: "Wie ben jij eigenlijk?" Nooit kan ik iets voldoende afchecken.
Bagdad Café
In maart 2006 organiseerden we "Bagdad Café". Bagdad was een intense stroom contacten. Met een diversiteit aan lieve, enthousiaste, gereserveerde, moeilijke, mensen. Je moet investeren in een relatie om vertrouwen te krijgen en een persoonlijk verhaal. Achtergrondinformatie die je langzaam ontdekt plaatst soms alles in een ander daglicht.
Sommige mensen hebben een schuldig verleden, zijn op zoek naar een nieuwe identiteit om dat te verbergen. Achtergrondinformatie is dan vaak moeilijk te vinden. Als de man waar je mee praat ineens medeplichtig blijkt aan de daden van Saddam, omdat hij van de Baath-partij was, mensen heeft vermoord door ze te verraden en dit verleden verzwijgt, heb ik eigenlijk helemaal geen zin meer om vriend te worden en vertrouwen te winnen.
Documentairemakers
Mijn achtergrondinformatie reikt niet verder dan dat ik hem zelf uitpluis. Investeren in de relatie om vertrouwen te krijgen staat haaks op een objectieve analyse van de persoon en context. We zijn meer documentairemakers, die verliefd worden op hun onderwerp en er dan in een moeizaam proces afstand van nemen om er een conclusie uit te trekken.
De grootste eigenaardigheid van het internet is dat men er een virtuele representatie, een nieuwe identiteit bij krijgt. Een identiteit die zich naar wens meer of minder van de echte persoon kan losmaken.
Professionele afstand
Ik verwacht dat de journalistiek zeer gedegen en professioneel de context onderzoekt. Ik kan dat zelf niet, omdat mijn belang ergens anders ligt. Ik praat met die mensen omdat ik met ze wil praten, niet omdat ik ze objectief in een context wil plaatsen.
Misschien heb ik daarom zo een hekel aan journalisten. Ze komen niet voor jou of je verhaal, maar voor het stukje dat jij bijdraagt aan de context. De rest is professionele afstand en die voelt niet prettig, terwijl hij/zij waarschijnlijk zijn werk wel goed doet. Ik scheid de professionele journalistiek hier nadrukkelijk van de opportunistische nieuwsgaring van roddelpers en diens verwanten.
Wereldwijde dialoog
Vroeger hadden we al de telefoon. Waarom werd dat geen hype tot een wereldwijde dialoog? Ik denk dat het simpel is: een gesprek geeft zoveel meer bloot van je als persoon, dat je erg moedig moet zijn om de dialoog te voeren. Het internet is weinig dialoog, alleen maar een zoektocht naar zoveel mogelijk prikkels die passen bij jou.
Wat je niet zint, daar zul je meteen aan voorbij gaan. Pas als je gedreven bent door een vraag, en de informatie die je vindt kritisch aanpakt, kom je tot een dialoog die iets aan inhoud, objectiviteit en gelijkwaardigheid wint.
Informatie op zich heeft niets te maken met journalistiek. De context en de bron zijn essentieel en de journalist moet die zo zuiver mogelijk aan gebeurtenissen koppelen.
Geforceerde identiteiten
Ik denk dat het internet zo een succes is omdat in de kern de dialoog ontbreekt en alleen geschiedt op de condities die de gebruiker zelf bepaalt. Bovendien verheft het internet elk individu tot een bijzonderheid, een gecre?erde persoonlijkheid waar de spannende en mooie kanten uitgestald staan en desgewenst zelfs verzonnen zijn. Kortom: what you see is not what you get.
Door die geforceerde identiteiten en de mogelijkheid om te kiezen wat je interessant vindt, zwakt het internet cultuurverschillen af. Dit lijkt interessant, maar in werkelijkheid bestaan deze cultuurverschillen wel degelijk. Ze worden alleen niet aangegaan op het internet en groeien uit tot heuse cultuurkloven.
We hebben media nodig die de wereld die zij omvat, begrijpelijk voorschotelt. "De media ben je zelf": dat is zo en dat is altijd zo geweest. Maar ze zijn zo toegankelijk, onderdompelend en individualistisch dat ik een objectief en onafhankelijk journalistiek apparaat onmisbaar vind. Specialistenwerk.
(Pieter Verhees is theatermaker en medebedenker van het project "Theatre of War")